Op 16 april togen 18 wandelaars op pad voor een gezellige snertwandeling langs het Lieversche diep. We wilden meer weten over de natuurontwikkeling in dit gebied. Daarom was boswachter Albert Broekman van Staatsbosbeheer uitgenodigd om ons door het gebied te leiden.
Het weer paste uitstekend bij het thema snert: wind en kou waren ons deel. Toch mocht dat de bekoring van het fraaie beekdal niet drukken. Op de brug over het nieuw meanderende diep vertelde Albert ons over de ontstaansgeschiedenis van het gebied. Over de bekenstructuur in Drenthe, de ijstijden en de wijze waarop de mens in de na-oorlogse periode veel natuur in ‘cultuur’ heeft omgezet. Het opnieuw laten meanderen heeft meer doelen dan alleen de natuurontwikkeling. Het vasthouden van water in het gebied is een belangrijke reden om beken weer te laten kronkelen en beekdalen zo nu en dan onder te laten lopen. Wie zich de beelden van het bijna onderlopen van het Groninger Museum uit 1998 kan herinneren weet waarom!
Is nu alles klaar? Nee, betoogt Albert. De laatste fase van het Oostervoortse diepje wordt in de komende periode nog aangepakt. Ook hier worden de oude meanders hersteld en kan het water straks weer vrij over de velden stromen. En ook daarna zijn niet alle problemen opgelost.
Maar dit is voer voor een volgende snertwandeling. Na diverse mooie waarnemingen van onder andere zwaluwen, de eerst boompieper en een nest van de IJsvogel wandelde het gezelschap via het Moltmakerstuk terug naar het Rashuys te Roderesch. Hier werd de wandeling afgesloten met de beloofd bak snert. Onder het genot van de warme omgeving, een hapje en drankje werd duidelijk: april doet wat ze wil; het was een echte snertwandeling!