De gezamenlijke raadsfracties in Groningen en Drenthe en de twee provinciale statenfracties zullen zich verzetten tegen de verkoop van de Essent-aandelen van hun gemeente of provincie aan RWE. De fracties zijn tot de conclusie gekomen dat er dwingende redenen zijn om tegen de verkoop te stemmen. Mocht de verkoop doorgaan dan zullen acties volgen om consumenten over te halen om hun gas en elektra voortaan bij een groene energieleverancier te kopen.

Er zijn diverse, dwingende argumenten om tegen de verkoop van Essent te zijn:

 De algemene economische situatie in het afgelopen half jaar is zo drastisch in beweging gekomen dat vanwege die reden alleen al op zijn minst uitstel van verkoop van de Nederlandse nutsbedrijven nodig is. Deze crisis is uniek in de geschiedenis van de internationale wereldeconomie en de effecten zijn voorlopig niet te overzien. Verkoop van Essent, en straks Nuon, Eneco en Delta, brengt teveel onrust en die kunnen we missen als kiespijn. Bovendien moeten oplossingen voor de economische crisis parallel lopen met maatregelen om de klimaatcrisis te bezweren. In de energiesector kan dat beter en sneller via gerichte politieke sturing en controle over de sector.

 RWE is geen gesplitst bedrijf. Naast het produceren van energie bezit het bedrijf in Duitsland ook infrastructuur voor transport en distributie aan klanten. Essent heeft die infrastructuur moeten afstoten. In situaties van nood zet dat Nederland en de Essent klanten op achterstand. Juist nu kan de optie tot verkoop gebruikt worden als drukmiddel om de Europese discussie over splitsing naar een hoger niveau te stuwen. Dat is een zaak van politieke wil.

De GroenLinks fracties in het Noorden voelen niets voor verkoop aan deze specifieke koper. RWE wil in de Eemshaven een grote poederkolencentrale bouwen terwijl die technologie niet meer van deze tijd is. RWE heeft ook geen garanties afgegeven dat zij haar bedrijfsvoering actief zal vergroenen. RWE stelt wel dat de kolencentrale milieu- en klimaatvriendelijker is dan de bruinkoolcentrales van RWE. Deze bewering is echter niks waard als ze niet wordt gevolgd door een besluit om die oude centrales uit bedrijf te halen. RWE wil dus ook in de toekomst winst maken over de rug van het klimaat.

Met de aandelenverkoop vervalt automatisch ook het jaarlijkse dividend voor de aandeelhouders. Via rente op spaartegoeden moet die inkomstenderving worden opgevangen. Veel extra’s zit er voor de meeste aandeelhouders niet in. De provincies en enkele grote gemeenten hebben afspraken gemaakt over de financiering van het regiospecifieke pakket met de Essent- en Nuon-aandelen als dekking. Veel van de RSP-projecten zijn echter gegoten in asfalt en beton. De toegevoegde waarde van verkoop van de aandelen voor groene politiek is dan ook ver te zoeken.

Friesland heeft overigens via het verpanden van de NUON aandelen laten zien dat financiering van de projecten ook mogelijk is zonder verkoop van de aandelen op korte termijn. Een betere optie lijkt het echter om met de aandelen in de hand te onderhandelen met het Rijk over de projectfinancieringen.

 De fracties zijn expliciet boos over het omkopingsmiddel die de directies van RWE en Essent zjin overeengekomen over kernenergie. Als er een tweede kerncentrale komt dan krijgen de aandeelhouders meer geld van RWE. De kernenergielobby in optima forma. GroenLinks is tegen kernenergie. Groenlinks is ook tegen controle van buitenlanders over de bestaande kerncentrale. Deze voorwaarden zijn zodanig dat er maar 1 antwoord op mogelijk is. Nee, tegen deze deal.

 Mocht in de aandeelhoudersvergadering onverhoopt blijken dat meer dan 80% van de aandelen zich heeft verzameld in het “ja”-kamp dan gaat de verkoop waarschijnlijk door. GroenLinksers in het Noorden zullen dan een actie beginnen om consumenten ertoe te bewegen hun energie voortaan in te kopen bij een andere leverancier. Er zijn namelijk ook aanbieders van gas en elektra die hun identiteit wel ontlenen aan de duurzame oplossingen die de klimaatcrisis nodig heeft.