Tijdens de conferentie op 11 mei kwamen kinderen, jongeren, gemeenteraadsleden, ambtenaren en jongerenmedewerkers bijeen om ideeën uit te wisselen over kinder- en jongerenparticipatie met betrekking tot gemeentelijk beleid over armoede en jeugdhulp, maar ook over onderwijs en gezondheid.
Sterre (11 jaar) straalt na afloop: “Ik vind het belangrijk dat er meer aandacht komt voor kinderen met een beperking en mensen in armoede. Dat heb ik gezegd en ik voelde me echt gehoord.” Al met al een dag die inspireert tot betekenisvolle #participatie.
Drentse gemeenten enthousiast over kinder- en jongerenparticipatie (11 mei 2023)
“Een groot gat”, zo noemt Liselot Raat, met haar twintig jaar het jongste raadslid van de gemeente Meppel, het feit dat kinderen en jongeren nauwelijks worden gerepresenteerd in de politiek. Daarom riep ze de gemeenteraadsleden, ambtenaren en jongerenwerkers, die aanwezig waren tijdens de op 11 mei gehouden kinderrechtenconferentie in het Drentse Veenhuizen, op hier werk van te maken. Kinderen van de stichting ‘Petje af’ die deelnamen aan een van de tijdens de conferentie gegeven workshops, hielden het simpel: “Als jullie ons écht bij gemeentebeleid willen betrekken, vraag het ons, kom naar ons toe en laat ons daarna zien dat het zin had om mee te denken.”
Veenhuizen aan de wieg van de verzorgingsstaat
De kinderrechtenconferentie in Veenhuizen, een initiatief van het Politiek Netwerk Drenthe, volgde op de conferentie die een jaar geleden in Roden werd gehouden. In het plaatselijke gevangenismuseum gaf auteur Wil Schackmann eerst een lezing over de voormalige Kinderkolonie Veenhuizen. Deze werd opgericht om weeskinderen en vondelingen uit het hele land op te voeden tot ‘nijvere landarbeiders’. De kinderen werden opgevangen in gestichten in Veenhuizen en moesten met veldwerk en fabrieksarbeid hun onderwijs, verplicht voor kinderen tussen de zes en twaalf jaar, en onderhoud bekostigen. Hoewel het experiment uiteindelijk mislukte, stonden de Kinderkolonie en de andere zes Koloniën van Weldadigheid aan de wieg van onze verzorgingsstaat.
Armoede als vicieuze cirkel
Passend bij de locatie gaf Erik Meij, onderzoeker bij het Sociaal Planbureau Groningen Armoede en eerder deze maand in het nieuws met zijn onderzoek naar generatiearmoede, vervolgens een presentatie. “Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het armoedebeleid, maar hun aanpak werkt, zeker waar het gaat om overerfbare armoede, onvoldoende”, aldus Meij. Hij toonde cijfers waaruit blijkt dat er in Nederland 209.000 kinderen in huishoudens met een laag inkomen wonen. Dat betekent dat 1 op de 13 kinderen in armoede opgroeit. Kinderen die te maken hebben met overerfbare armoede bevinden zich, zo zei Meij, in een vicieuze cirkel: ze hebben te maken met moeilijke omstandigheden en ervaringen, dat geeft stress, dit beïnvloedt hun ontwikkeling en daardoor hun gedrag, wat ertoe leidt dat ze worden uitgesloten, waardoor ze minder kansen krijgen. “Het uitgangspunt van de Kinderkolonie was dat de weeskinderen en vondelingen moesten leren mee te doen in de ‘grote’ maatschappij. Deze aanpak mislukte in het verleden en werkt nu nog steeds niet.”